Indonesië Dag 03 Sanur - Maumere (Flores)

7 uur is het en er wordt op de deur geklopt. De gids, tevens onze wandelende wekker, wel zo makkelijk voor de rest van de reis. Ik weet niet of ik goed geslapen heb, het zal wel. Laten we de dag maar eens zoals gebruikelijk in de badkamer beginnen. Douchke nemen, maar dat loopt even anders, want er is geen warm water en daar moet het broze frêle Europese huidje even aan wennen.

Oké, op naar het ontbijt dan, onderweg naar het ontbijt is er al een Balinese druk in de tuin in de weer om allerlei offers weg te zetten, kompleet met wierook. De zon schijnt, onze gids Komang zit ook al vrolijk te zijn in het restaurant, wordt weer een leuke dag dus. Vandaag eerst nog een stukje vliegen en dan, dan begint de vakantie pas echt. Tot nu toe zijn we eigenlijk alleen maar onderweg geweest.

Het ontbijt: koffie voor mij, thee voor ons Annie en natuurlijk gebakken eikes en tsja dat heb je in deze streken, vers fruit. Om half 9 moeten de koffers voor de kamer staan. Er staat een andere bus en gelukkig ook een andere chauffeur op ons te wachten. Iedereen is ruim op tijd aanwezig, dus starten die bak. Eerst nog gauw efkes wat Roepias pinnen, want op Flores zijn de pinautomaten niet zo dicht bezaaid. Naar de koffers hebben we geen omkijken meer, da’s verrekte handig geregeld. Op het vliegveld hoeven we ook al niets te doen, Komang checkt ons in, de tickets zijn meer veredelde kassabonnen. Verder hoeven we alleen maar te wachten.

Mooi om eens wat meer over onze gids te vertellen. Hij is een echte Balinees, Hindoe, maar woont tegenwoordig op Lombok. Hij praat behoorlijk goed Nederlands, vraagt ook als hij iets fout zegt of de grammatica klopt niet helemaal, om hem dan te corrigeren. Dat Nederlands heeft hij zich op zijn eigen houtje aangeleerd. Natuurlijk niet zonder hulp en les, maar hij flikt toch maar mooi. En dan zijn naam, omdat hij de 3e zoon is, is zijn naam Komang en dat betekent gewoon de 3e. Dus als je in een grote groep Komang roept heb je waarschijnlijk heel veel reactie. Komang is dus een Hindoe naam en komt ook voort uit dat geloof. Voor je geboorte is je naam al bepaald en het is niet meer dan een nummering. De 1e, de 2e tot je bij 5 komt en dan begin je weer bij 1 maar met de toevoeging ’jongere’.

Wij zitten lekker op het vliegveld in de wachtruimte van de domestic flights, het is zeker geen straf om hier een uurtje te wachten. Van alles sjouwt er rond, mooie vrouwen, lelijke mannen, jengelende kinderen. Ge kent da wel. We vliegen met Batavia Air, schijnt een redelijk nieuwe maatschappij te zijn, met allemaal nieuwe vliegtuigen. Ze zijn in het gat gedoken wat is ontstaan na de bekendmaking van de zwarte lijst voor air carriers. Daar stond nogal wat Indonesisch spul op. Zelfs Garuda heeft er op gestaan, ze hadden de administratie helemaal niet op orde.

vliegtuigFoto’s Binnenlandse vlucht

We kunnen gaan boorden op vlucht Y6-757, vertrek 10.45 uur. Eerst naar gate 17, hoho roepen ze om, doe maar gate 15, oh nee sorry het is gate 18. Kijk, dat is pas is pas leuk, het lijkt wel een line dance in slow-motion. Zo loop je met zijn allen naar links en allemaal draaien en nog eens.

We kunnen dus aan boord, te voet over het platform naar de Boeing 737 die daar op ons staat te wachten. We zitten helemaal op de achterste rijen in het volle vliegtuig. Even later zijn we airborn en gaat het richting Timor. Helaas geen kippen en geiten aan boord, ja eerlijk is eerlijk, dat verwacht je toch tijdens zo’n binnenlandse vlucht. We maken dus eerst een tussenstop alvorens naar Flores te vliegen. Het weer is perfect, bijna geen wolk te bespeuren. Voor de inwendige mens wordt ook gezorgd, bekertje water en een broodje. Van dat broodje moet ik toch even achter mijn oren krabben, er zitten hele stukken groen in, een soort letter W.

Na een dik uur wordt de landing ingezet op Kapung Timor. Driekwart van de passagiers stapt hier uit en even later zijn we weer vertrokken. Het is maar een half uurtje vliegen, dus opstijgen even rechtdoor en dan wordt de landing weer ingezet. Maumere heet het vliegveld, de landing is hard, bonk en vol in de remmen. Het is een klein vliegveld, maar de charme is er niet minder om. In de aankomsthal hebben ze zelfs een transportband. We moeten even wachten op onze koffers, want er komen eerst een paar vliegtuigpallets eendagskuikens voorbij.

Die komen uit Timor. Die kuikentjes zijn daar met een groeihormoon behandeld. In de rest van Indonesië is het behandelen met hormonen verboden, maar op Timor mag het nog. Je voelt hem dus wel, de handelgeest kruipt waar het niet gaan kan. Dus als we over een paar weken plotseling de spierbundels van de hulk krijgen, weet je hoe dat komt, Timorese kuikentjes gegeten dus.

De koffers worden het losplatform opgereden en voor ze op de transportband van 6 meter gaan, worden ze met de hand gescand. Nou gescand, het is gewoon ouderwets overnemen van de barcode met de balpen. Moet er nog iemand naar het toilet, denk er nog eens over na. Ik heb net van horen zeggen dat het damestoilet niet helemaal proper is, het is dat u het weet. Buiten staan een paar suv’s op ons te wachten en over de koffers hoeven we ons geen zorgen te maken, die worden netjes vanuit de hal naar de auto gedragen, echt.

Het is een korte rit naar het hotel, te kort om uitgebreid te genieten. De lobby van het Wailiti hotel lijkt meer op een wachtruimte in een ziekenhuisje, alleen de dokter en de verpleegster ontbreken. Ach, het is weer eens wat anders. De lobby heb je ook niet nodig, want er is hier eigenlijk helemaal niks, we zijn op het einde van de wereld, het grote niks is bereikt. Helemaal niks te doen voor de toerist. We hoeven het terrein niet af, want er is niks te beleven. Dat is ook de opzet van de reis trouwens, we beginnen heel sober en daarna moet het geleidelijk naar een hoger niveau. Vooral qua huisvesting dus.

Op naar de kamer en die is inderdaad ultiem sober, er staat een bed, een TV en er is een enorme badkamer met een douche en een wc en dat is het dan. Dan maar even door de tuin van het hotel en die is prachtig, er groeit en bloeit van alles. Het hotel ligt ook aan het strand en de sfeer van dit strand is ultiem. Alleen het witte zand ontbreekt, maar voor de rest waan je je op een bounty-eiland.

Kom, zegt ons Annie, het is tijd om die vage groene broodjes eens te gaan aanvullen met echt eten. Op naar het restaurant, Herman en Joke zitten er al, dus we schuiven aan. Ons Annie neemt een kippensoep en ik saté en Bintang natuurlijk. Arno en Conny schuiven efkes later ook aan, dus het is wel gezellig.

Wat wel grappig is, we moeten nu al de bestelling voor het avondeten opgeven. Ja, echt. Dat komt omdat het toeristenseizoen nog niet begonnen is. We zijn ook de enige gasten in het hotel. 10 gasten dus en er loopt een mannetje of 20 aan personeel, vraag me niet hoe ze hier hun inkomen bij elkaar verdienen. In de keuken ligt is het devies tempo doeloe, rustig zo die gaat dus. Ach, we hebben verder toch niks op de agenda. Mannen, wat is dat sateeke lekker.

Cees op strandFoto’s Strandhotel

En wat nu? Op het naar het strand, want er staan allerlei bankjes met uitzicht op de baai. Het is perfect, af en toe komt er een visser in zijn bootje voorbij en dat bootje is niet meer dan een uitgeholde boomstam. En verder een beetje rondlummelen dus, ook mooi om het dagboek bij te houden, of de e-reader voor de dag te halen. Ik niet, ik kan niet lezen op vakantie, ik geniet wel van het voorbijtrekkende leven.

Hoe laag mijn tempo staat, heel laag. Ik heb denk ik 20 minuten lang 2 kano’s gevolgd. Maar het zijn wel heel bijzonder kano’s. Het zijn de lokale rietdekkers of zo. Prachtig, prachtig, ze gebruiken nog peddels. Ze zijn al op leeftijd, dus het zal vast en dus zeker geen pleziertochtje zijn, maar ze zwaaien ons wel toe. Achter ons zijn een paar zangvogeltjes in een palmboom druk in de weer. Nog kleiner dan een mus en probeer ze dan maar eens te vangen met je camera. Valt niet mee, maar ik heb beet. Ik ben weer happy.

Ondertussen komen Conny en Arno voorbij. Het blijkt namelijk dat Tycho en Lisette op huwelijksreis zijn. Daar moet toch iets voor geregeld kunnen worden. Ze heeft het er al met Komang over gehad en die is er wel voor te porren om iets te in elkaar te broddelen.

Het begint te donkeren en dan legt Annie haar elektronisch boek weg, haar hobby de zonsondergang komt eraan. Zo, tijd om eens naar het restaurant te gaan. We zitten met zijn allen buiten, gezellig dus. Het eten wordt in 1 vloeiende gang opgediend. En dat het lekker is, bami met een buitenaards lekkere vis voor mij en ons Annie zit te smikkelen aan de nasi met gegrilde kip. Een paar Bintangetjes erbij natuurlijk, trouwens ober, doe er nog maar een paar.

Het is een uur of 10 en tijd om de koffer op te gaan zoeken. De rekening betalen, 4 ton moet ik afrekenen. 4 ton, niet normaal meer, 4 ton. Omgerekend € 32 voor de hele dag, dus lunch, diner en de nodige Bintangs voor ons tweeën, schandalig eigenlijk. Morgen gaat het dan echt beginnen. Awel, ik zie u morgen weer.