Indonesië Dag 07 Riung - Bajawa
Als je denkt dat die stomme hanen vannacht hebben doorgepit tot het licht werd, echt niet. Half 4 was het, begon het zeer binnenkort gebraden haantje onder ons raam te kukelen. Daarna echt weer een eind vertrokken geweest tot half 5, hoor ik ineens de moskee. En daarna weer helemaal vertrokken tot 6 uur. En toen uit wakker natuurlijk, ik blijf tot half 7 liggen op mijn mandje. Opstaan, door de douche banjeren en kijk, we hebben de slaapkamer compleet duizendpootvrij kunnen houden.
Op naar het ontbijt en daarna mijn rekening betalen. Want dat was leuk, je moest gewoon zelf maar een streepje in het schriftje zetten bij een consumptie als er geen personeel was. En hoe sta ik daar in dat boek, als beautykees natuurlijk. Komang ligt helemaal in een coma als hij mijn naam voorbij ziet komen.
Maar het doet wel zeer vanmorgen, ik moet die streepjes in dat schriftje afrekenen, dik 4 ton, ja hoor of je een emmer leeg schudt. Ook maar een leuke fooi geven, want het is wel een belachelijk lage rekening als je ziet hoeveel Bintangs wij naar binnen hebben gesloeberd. Moet je dat gezicht van dat meisje zien stralen. Als de koffers in de bus geladen zijn, komt het hele personeel ons uitzwaaien. En een blije gezichten, ja da’s niet normaal. Zouden ze dan zo blij zijn dat we vertrekken?
De rit duurt niet lang, na een paar minuten stoppen we. Het eerste uitje van de dag. We gaan een school bezoeken. En een bak herrie als we het schoolterrein oplopen. In no time zijn we omsingeld door de kinderen, picture mister, dat vragen ze. Zelfs de vrouwen van onze groep worden met mister aangesproken, ja weten zij veel.
Wij zijn de welkome afwisseling van de kookles die buiten gegeven wordt. Een jonge lerares ziet ons bezoek wel zitten, die filmt ons met haar smartphone. Ja, ook hier banjert de tijd gewoon mee.
En ik weet niet zeker of ze wel van mannen houdt, want ze wil persé met Lisette op de foto en als je kijkt hoe zij Lisette vast pakt. Ik vind het wel grappig en ik ben niet de enige. Lisette wist ook niet wat haar overkwam, zei ze even later tegen me.
Maar goed, we gaan nog even een klas in waar een aantal kinderen verkleed zijn, ze zijn een dans aan het oefenen, maar daar gaan we niet op wachten, dat kan nog wel een uur duren. Nou jongens en meisjes en leraressen, houdoe en bedankt. Jullie zijn goed bezig.
Als we het dorp uit zijn wordt de weg heel erg smal, zo smal dat de bus een paar keer moet stoppen, omdat de spiegels door de struiken naar binnen zijn gedrukt. Geloof je niet zeker, nou het is dus wel zo. Komen we nog een auto tegen, dan wordt het waarschijnlijk een gevecht van de grootste en die wint. Alleen 2 brommers komen we tegen en die hebben helemaal geen kans tegen onze bus, in de kant dus. Gelukkig wordt de weg breder na een tijdje, maar niet beter, neeje helemaal niet. De weg wordt alleen maar slechter en slechter, grote gaten en heel stuken asfalt helemaal foetsie.
Na een uurtje hotsebotsen gaan we weer eens een stukje lopen. Lekker de beentjes strekken en genieten van de natuur. Het uitzicht is geweldig, af en toe wat rijstterrassen. Ondertussen passeren we een paar huizen. Geweldige reactie van de mensen, loslopende Europeanen zie je ook niet iedere dag, toch. Komang is wel slim, want hij deelt koekjes uit aan de kinderen en die zeggen daar helemaal geen nee tegen.
We kuieren gewoon lekker verder. De bus stond te wachten, maar hij moet maar een stukkie verder rijden, we hebben het veel te goed naar onze zin. In de bossages staat een enorme buffel ultragemeen naar ons te kijken. Ja, ik snap nu wel waarom de leeuwen zo’n enorm respect voor deze beesten hebben. Gelukkig staat ons buffeltje vast aan een touw. Het touw zit aan een enorme neusring. Kijk, een steenfabriekje, waar de stenen nog met de hand gevormd worden. Denk niet dat de Arbo-wet hier bekend is, wel mooi voor de foto’s, toch.
Waar we ook lopen, er is altijd wel een nieuwsgierige toeschouwer, maar iedereen heeft een dikke smile op zijn gezicht. En als Komang zijn koekjes met alle plezier van de wereld uitdeelt, is het helemaal vet in orde. Komang vraagt aan een paar mensen of we permissie krijgen om eens wat bij hen op de werft te kijken. Natuurlijk, geen probleem.
Opa, tenminste ik denk dat het opa is, zit kemirie-noten te splijten. Ma is bezig met het drogen van de rijst.
De kinderen zijn een beetje gereserveerd, maar na Komangs koekjes verandert dat wel. Behalve de kleinste broekenpoeper, die snapt allemaal niks van dat rare volk, het laat hem allemaal koud. We bedanken de bewoners voor hun gastvrijheid en natuurlijk geeft Komang ze wat geld, nu weten ze helemaal niet hoe ze het hebben. Dolblij, echt.
Kom, we gaan weer eens in de bus. De kuilen nemen nu wel heel bizarre vormen aan. Komang geeft Lexie aanwijzingen hoe hij die kuilen het beste kan nemen. Komang heeft Lexie onder zijn hoede genomen, die 2 die kunnen het heel goed met elkaar vinden. Komang is vroeger jarenlang trucker geweest, dus hoe je over ’s heerenwegen moet laveren weet hij wel.
Zo, tijd om weer eens wat te gaan lopen, oh ja koffietijd is het ondertussen ook en wij willen ook wel eens een koekie. Terwijl we rond lopen, steekt een enorme bidsprinkhaan het asfalt over. We dachten eerst dat het een blaadje was, maar blaadjes lopen niet. Tijd om die kop eens wat dichter bij de lens te trekken. Heb je wel eens een gezicht gezien wat op oorlog staat, moet je eens naar dit heerschap kijken. Omdat het tempo nu helemaal nul is, kunnen we ook wat bloemetjes op de foto zetten. Het lijkt wel of het hele eiland in de bloei staat. Veel Liliane bloemen trouwens, hele bermen vol.
Lexie start de bus weer en we hobbelen verder, de weg is nu weer in betere conditie, het houdt nog niet over, maar alla. De volgende stop is maar een korte, kunnen we foto’s maken van een van de actiefste vulkanen van Indonesië. Vaak zie je hier de lava stromen, alleen vandaag niet natuurlijk, maar hij ziet er wel uit zoals een vulkaan er behoort uit te zien. Kom, we gaan weer verder, naar iets vreselijks, iets engs. Direct gaan we SOA oplopen, serieus.
SOA is de naam voor een aantal warmwaterbronnen. Het is een park, maar Komang waarschuwt ons vooraf al om vooral met de toiletten heel voorzichtig te zijn. Eigenlijk weet je al genoeg als je de ingang van het park passeert, het hele park ziet er niet uit. De potentie heeft het wel, maar onderhoud, ja daar moet je niet voor in Indonesië zijn. Kom, laten we eerst maar een boterhammeke eten. Lekker met wat kaas en tomaat en natuurlijk ook een bammetje pindakaas. Vandaag hebben we er zelfs gebakken eieren bij. Oh dat brood, dat voldoet eigenlijk niet aan onze bakkersnormen, maar ach het is brood.
Even omkleden dan en Komang waarschuwt ons nog eens om zeker niet in die kleedhokken te komen. Ik had mijn zwembroek vanmorgen al aangedaan, dus uit de korte broek, maar zeker niet plons. Het water is 42 graden en dat is wel een beetje warm. Voorzichtig aan steek ik mijn grote teen als eerste in het water, och het valt mee. Het laatste stukkie doe ik dan toch maar plons.
Het is wel lekker, maar heel warm, eens kijken of we verderop wat aangenamer water hebben. De vijver waar we nu in zitten heeft een natuurlijke overloop en daarachter ligt een beekje. Daar is het wat aangenamer, maar het zit niet perfect. Een paar meter verderop is er een watervalletje en daarachter stroomt een riviertje, wat ook met koud water gevoed wordt. En daar is het heel goed toeven. Kom, we hebben het wel gezien, omkleden en de reis gaat verder.
Het is nog een uur rijden naar Bajawa. Korte fotostop nog en dan rijden we de stad binnen. Het is niet zo warm als we de afgelopen dagen gewend waren, komt omdat we op 1.100 meter hoogte zitten. Het hotel heet Bintang Wisata, de naam belooft dus wat. En kijk, er staat koffie en thee en er liggen gebakken bananen op ons te wachten. De kamers zijn weer van het heel erg sobere, gewoon onder de maat eigenlijk. Kan niet meer in deze tijd, alleen er zijn geen alternatieven.
We gaan eerst maar eens wat in de stad kijken. Nou, daar zijn we eigenlijk ook snel uitgekeken. Toch maar even pinnen dan, maar we hebben een bank waar wel een maestro sticker op zit, alleen is dat meer voor de sier of zo. Bij de volgende automaat hebben we wel bingo. We hebben alle tijd, dus als we nog wat door de stad kuieren komen we voorbij een internetcafé, alleen die kunnen ons nu even niet bedienen.
Stroomstoring, alles ligt nog plat en het duurt even voor de boel is opgebouwd. Dat denken we, want er is iemand wel heel druk aan het praten tegen ons, maar ikkie nie en Annie nie snappie nie. Dan maar terug naar het hotel. De rest van de groep heeft ook zo’n beetje dezelfde ervaring als wij. We gaan maar wat lezen of zo, het is nog te vroeg om te gaan eten. De sfeer op de kamers is dusdanig dat iedereen op het zitje voor de kamer zit.
Tegen een uur of 7 gaan we eten bij Camellia, 1 van de 2 voedselveilige restaurants in Bajawa. Het is een Chinees restaurant, waar je alleen Indonesisch kunt eten. We gaan met Komang, Lexie, Herman, Joke, Lisette en Tycho op pad. Als we er na een paar minuten zijn, zitten Dick en Nellie al lekker te eten. Het eten is perfect volgens hen. En het is aangenaam verpozen in de sfeervol van tl-licht voorziene ruimte.
Je mag hier zelf je bestelling noteren, duidelijk schrijven, want ze moeten het in de keuken ook kunnen lezen natuurlijk. We gaan vandaag voor de tomatensoep en de saté met bami en rijst met gado gado. Komang neemt de bestelling mee en verdwijnt met Lexie naar achteren, de keuken in dus. Even later komt hij ons halen, of we de keuken willen zien.
Nou dat willen we wel. En daar wordt gewokt, daar kan geen vulkaan tegenop. Arno en Conny zijn ondertussen ook aangeschoven, die hebben even zitten internetten. Paar Bintangs erbij natuurlijk, zo we hebben ons weer helemaal onbekwaam gegeten. De rekening, daar schrik je ook van, het was voor ons tweeën 170.000 Roepia, ik maak er maar 2 ton van, omgerekend 16 Euro en een bietje.
In het hotel is niet veel te beleven, ik waag nog een poging om tv te kijken, maar alles zwaar in het Indonesisch, pech dus. Mijn lampje gaat langzaam uit geloof ik, aboeng.